Drie toekomstdromen van Florian Boer

Hij wil een sponspark. Plat bij droogte en heuvellandschap na regen. Ook wil hij weten waar onder de stad geheime holtes zijn waar regenwater opgevangen zou kunnen worden. Of welke planten het meeste water opslorpen. En hij wil – dat is al wijder bekend – een waterzuiverend park op de Hofpleinlijn. Hoera! voor creatieve zieners zoals FLORIAN BOER van De Urbanisten, die de stad steeds leuker en slimmer maken. Wij horen hem uit over zijn toekomstdromen.

Wat een geluk voor Rotterdam dat Florian Boer hier woont en dit de tofste stad vindt. ‘Rotterdammers zijn niet bang nieuwe dingen uit te proberen. Dat zit in het DNA van de stad.’ Het Waterplein hadden De Urbanisten (zijn ontwerpbureau samen met Dirk van Peijpe) in een andere stad ook niet zomaar voor elkaar gekregen, denkt hij. ‘Hier zeggen mensen: “Goh, dat is interessant!” En die mensen zaten toen ook nog eens op de goede plekken: in de politiek, bij de gemeente, in de waterschappen.’ Ze hebben het waterplein niet als klein experiment weggemoffeld in een achteraf hoekje. Florian: ‘Maar groot en BAF! Vol in de schijnwerpers. Ook als het mislukt, ziet iedereen het. Daarom houd ik van deze stad.’

Toekomstdroom 1. De hele stad klimaatbestendig

Rotterdam tegelijk klimaatbestendig maken en nog toffer! Dat is Florians eerste toekomstdroom. Hij weet ook al precies hoe. ‘Laten we getijdeparken aanleggen in de havenbekkens in onze stad. Rietoevers met mooie vlonders, stadstrandjes en drijvende parken. We hebben er zoveel: Maashaven, Merwehaven, Rijnhaven. Allemaal knetter in de stad!’ Florian wijst naar buiten naar de Keilehaven, die naast de studio van De Urbanisten begint. ‘Stel, je zou in de havenbekkens veel dichter bij het water kunnen komen en er veilig kunnen zwemmen.’

De relatie met de Maas kan veel intensiever worden, stelt Florian. ‘Let op, ik zeg niet dat de haven weg moet! Het contrast is juist mooi: de grote schepen én pootje baden. Doordat we werken met zachte oevers en de dynamiek van het getij, kan het water stijgen en dalen al naar gelang. Dat brengt ook een enorm rijke ecologie tot midden in de stad, wat weer leuk en leerzaam is voor kinderen. Het idee is heel goed uitvoerbaar, vooral in samenwerking met partijen als het Havenbedrijf en Wereld Natuur Fonds. Bij meerdere partijen is er ook al enthousiasme. Dus de kans dat dit gebeurt, is ook echt aanwezig!’

‘Stel, je zou in de havenbekkens veel dichter bij het water kunnen komen en er veilig kunnen zwemmen.’

Toekomstdroom 2. De hele stad watersensitief 

Daarnaast kunnen er nog volop regentuinen en groene daken bij in Rotterdam, vindt Florian. ‘Heel veel straten kunnen groener en mooier, meer gericht op ontmoeting en verblijf. Watersensitief dus. Ik droom van een cultuuromslag. Dat wat nu nog in bijzondere projecten en showcases gebeurt, gemeengoed wordt in de hele stad.’

Nu zijn het voorlopers, zoals Wolbert van Dijk, die bezig is in het Oude Westen, zegt Florian. Samen met de buurtbewoners kijkt Wolbert naar de wijk. Waar kunnen we groen invoegen? Hier is een hele brede stoep, waarom hebben deze huizen geen voortuinen dan? Hoe wordt deze speeltuin ook een aangename verblijfsplek voor de ouders? Florian: ‘In de fantasieloze tijd, zijn deze prachtige 19de-eeuwse wijken helemaal dicht getegeld. Speeltuinen kregen rubbertegels en standaard speeltoestellen.  We moeten nadenken hoe dit leuker en klimaatbestendiger kan. Deze wijken lenen zich hier uitstekend voor met hun binnenhoven, kleine pleintjes, overhoekjes.’

In de Agniesebuurt wordt ook gepionierd. Daar moeten de rioolbuizen voor groot onderhoud worden vervangen en kijkt de gemeente meteen: hoe kunnen we deze wijk klimaatbestendiger, groener en fijner maken? Florian: ‘Dat is pure winst. Voorheen was het zo: de rioleur legt buizen onder de grond, gooit er zand over en dan mag de landschapsarchitect boven de grond aan de gang. En dat terwijl juist in de uitwisseling tussen ondergrond en bovengrond de stad slimmer kan worden ingericht, in het opvangen van hevige regen en het bestrijden van droogte. Dat wordt nu doorbroken.

In de Agniesebuurt beginnen de rioleur, landschapsarchitect en buitenruimtebeheerder samen de tekenpen vast te houden.  Dat vraagt een hele cultuuromslag!’ En dat is eigenlijk nog maar het begin, want naast die samenwerking tussen gemeentelijke sectoren, is het ook belangrijk om met bewoners rond de tafel te gaan. Niet de standaardcatalogus uit de kast halen, maar echt kijken naar wat een specifieke straat leuker en beter kan maken. Dat brengt meer plezier en enthousiasme bij bewoners en bij uitvoerders: iets moois maken in plaats van je lijst afwerken.’

'Er kunnen nog volop regentuinen en groene daken bij in Rotterdam'
Nederland, Rotterdam, 19-09-17

Florian Boer van de Urbanisten

foto: Jan de Groen

Toekomstdroom 3: En een aantal wilde experimenten

‘Maar laten we de lat vooral nog een treetje hoger leggen. Dat we gaan experimenteren met een aantal zaken die we écht nog niet eerder hebben gedaan, zoals de volledige integratie van klimaatadaptatie en circulaire economie.’ De Urbanisten doen hiertoe een aanzet met hun schetsontwerp voor de Hofpleinlijn. Florian: ‘Rotterdam zou kunnen gaan voor de zoveelste (en waarschijnlijk mindere) versie van de ‘Highline’. Maar waarom geen Highline 2.0? Niet alleen een fantastisch mooi lineair park, maar ook een waterzuiverend aquaduct.’

In het ontwerp wordt het regenwater dat in het park is gezuiverd, hergebruikt binnen de Hofpleinlijn zelf: in een waterspeeltuin, door een bierbrouwer, in een badhuis, in een wasserette. En er is nog meer circulariteit: de restwarmte van het stoken van de bierketels wordt weer geleid naar het badhuis of naar de woningen rondom. Maar… het is sneller verzonnen dan gerealiseerd. Florian: ‘De eigendomssituatie van het viaduct is ingewikkeld en verbonden met allerlei afspraken uit het verleden. Daar is bovendien veel geld mee gemoeid en dan worden mensen die eerst enthousiast waren al snel voorzichtiger en conservatiever.’ De Urbanisten zijn als bedrijf te klein om dit project in hun eentje van de grond te krijgen, maar ze zijn in gesprek met bedrijven en organisaties over een grotere coalitie.

Zelf leggen De Urbanisten de lat zeker hoger, met een NASA-achtig onderzoek onder de grond.

Zelf leggen De Urbanisten de lat zeker hoger, met een NASA-achtig onderzoek onder de grond. Onderzoeksvraag: hoe kunnen we Rotterdam als spons laten functioneren? Hiervoor willen zij samen met de gemeente de bodemsamenstelling op allerlei plekken in de stad in kaart brengen. Florian: ‘Waar ligt welk sponspotentieel? Waar is er in het verleden puin gestort, waardoor er holle ruimtes zijn ontstaan, die we kunnen laten vollopen met water? Of waar heeft de grond een groot absorberend vermogen? Misschien ligt er wel een hele natte plek naast een sponsplek. Wat is het effect van grondwaterstromen? En welke plantsoorten zijn geschikt voor natte en droge situaties? Als je het niet onderzoekt, weet je het niet.’ De Urbanisten staan aan het begin van dit onderzoek: ideeën generen, onderzoeksvragen formuleren, het leggen van contacten met onderzoekers.

Maar Florian is nog niet uitgesponsd. De Urbanisten dromen al jaren van een sponspark: dat een plat park is bij droogte en een heuvellandschap na een regenbui. Florian: ‘We hebben het al lang geleden getekend, maar of het kan?! En hoe dan? En wat zuigt de spons weer leeg? Kunnen dat planten zijn? Of een mix van het juiste grondmengsel en de juiste planten?’ De Urbanisten hebben zich er nog niet aan gewaagd om dit concreet te maken. Maar dan… terwijl Florian zich omdraait en uit het raam naar de Voedseltuin dat voor de deur ligt, kijkt, mijmert hij: ‘We zouden hier buiten misschien wel proeftuintjes kunnen aanleggen… Een aantal stukken met verschillende soorten spons, verschillende grondmengsels en beplanting, volgieten met water. Kijken hoe het groeit en weer inzakt… Ja, dat gaan we doen!’

De bouwstenen

Om de cultuuromslag van toekomstdroom 2 ook uitvoerbaar te maken, hebben De Urbanisten de zogenaamde “bouwstenen” ontworpen, met voor ieder type wijk of straat passende waterbergingsoplossingen. ‘In samenwerking met het ingenieursbureau van de gemeente hebben we er getallen aan gehangen, zowel wat betreft waterbergingscapaciteit als ook investeringskosten per eenheid. Het blijkt dat de bouwstenen over het algemeen niet duurder zijn dan wat er nu standaard wordt neergelegd. Wat betekent dat we voor hetzelfde geld veel meer kunnen doen.’ De bouwstenen bestaan bijvoorbeeld uit:

  • Geveltuinen waarin regenpijpen uitkomen, waardoor water niet naar riool gaat.
  • Waterpasserende bestrating op een waterbergende wegfundering (Bijvoorbeeld, grotere voegen en meer holle ruimte onder de weg)
  • Bioswale: lineaire regentuintjes. Licht verdiepte plantvlakken waarin wat water kan lopen en infiltreren.
  • Regentonnen en waterbergende schuttingen
  • Binnentuinen met collectieve wateropvang
  • Groene daken
  • Blauwe daken

.

Houd de regen op het dak

‘Voor de gemeente en waterschappen is het niet te controleren of alle verschillende huiseigenaren hun waterberging op orde hebben, met bijvoorbeeld groene tuintjes en groene daken’ zegt Florian. Daarom zijn grotere eigenaren met veel woningbezit, zoals de woningcorporaties, de juiste partijen om met deze opgave aan de slag te gaan. Voor hen zijn de groene daken erg interessant. Deze vangen niet alleen het water op, maar isoleren het dak ook tegen hitte en kou en verminderen de onderhoudskosten omdat slijtage vermindert.

 

‘Deze uitspraken heeft Rioned becijferd. Als we alle daken in de stad groen zouden maken, hebben we 25 procent van de wateropgave opgelost. Iedere druppel die op het dak blijft, bespaart veel geld in de aanleg van openbare ruimte en ondergrondse infrastructuur. Want waterbergingscapaciteit is juist daar duur. Daarin kunnen de woningcorporaties dus een enorme bijdrage leveren aan het klimaatbestendig maken van de stad.’